Cherish Menzo / GRIP
& Theater Utrecht
icw Dance On Ensemble
  





READ THE ESSAY
+ PERFORMANCE TEXTS


NL                ENG                FR
   



FRANK
Met FRANK – kort voor Frankenstein – onderzoekt choreograaf Cherish Menzo de figuur van het monster. Voorbij een louter fysieke of visuele weergave, bestudeert ze het monsterlijke als een belichaming van overtuigingen en narratieven die ons beangstigen en doen gruwelen, maar ons ook fascineren. Vervorming wordt als choreografisch leidmotief gebruikt om bewegingsmateriaal te genereren, en als middel om de dans te ontwrichten, de structuur los te gooien. Cherish Menzo onderzoekt hoe verval en geleidelijke aftakeling iemands bewegingen kunnen beïnvloeden. 

De performanceruimte fabuleert op de Baka Gorong, een plek aan de achterkant van de voormalige plantages en voor de moerassen, waar de tot slaaf gemaakte mensen in Suriname heimelijk naartoe gingen om Winti-rituelen uit te voeren - gedemoniseerd onder het Nederlandse koloniale bewind - en om te overwegen te vluchten.





Samen met Omagbitse Omagbemi, Mulunesh en Malick Cissé – performers van verschillende generaties – creëert ze een ritualistische, apocalyptische en carnavaleske voorstelling. Geconstrueerde identiteiten worden in vraag gesteld, lichamen wijken zodanig af dat ze ondraaglijk worden en barsten. De dansers vertolken hun plaats in de wereld met onsamenhangende, afgebroken bewegingen terwijl het decor rond hen instort. In een wankele, haperende wereld vol onwaarschijnlijke, gruwelijke en gewelddadige gebeurtenissen roept de voorstelling herinneringen op aan vroege horrorfilms en dat akelige gevoel, die flikkering in het donker.







Matters in monstrosity 
/ Matters of monstrosity




 
ESSAY



FRANK, het derde deel van Cherish Menzo’s trilogie (2019-2025), bouwt voort op haar eerdere werken – de solo JEZEBEL en het duet DARKMATTER – en verkent het thema ‘vervorming’ ditmaal in een stuk voor vier performers. Net als de 'Chopped & Screwed'-techniek in hiphop, is ‘vervorming’ voor Menzo een methode – of zelfs een tactiek – waarmee ze aan de hand van beelden en bewegingen de stereotypering van Zwarte lichamen wil doorbreken. Met FRANK zet Menzo haar onderzoek voort naar het ontstaan en de verspreiding van dergelijke stereotypes, waarbij ze zich specifiek richt op de figuur van het monster. Ze laat nauwgezet zien hoe perceptie – zowel visueel als somatisch – wordt gevormd en daardoor kan worden vervormd, en maakt zo een onderscheid tussen wat we zien en wat we voelen.

Volgens filosoof Báyò Akómoláfé wordt “Zwart-zijn voortdurend geassocieerd met monsterlijkheid”[1]. De raciale genealogie van het monster is inderdaad geschreven vanuit het perspectief van de witte moderniteit: “Het monster is geen ‘wat’ – het stabiele beeld van inherent kwaad, maar veeleer een ‘hoe’ – “datgene wat in het beeld schuilt, de vervorming van het toevallige beeld. Het monster is een ‘multiculturele technologie’, die een kritiek vormt op de subjectiviteit die identiteiten statisch en gestandaardiseerd wil houden in overeenstemming met de zogenaamde ‘natuurlijke’ orde” [2]. Daarom is het monster een verstoring, een glitch, die niet uit is op vernietiging zoals het cliché wil, maar wel op transformatie door middel van bedrog, verrassing en misleiding. Het monster zelf zorgt voor vervorming. 

In FRANK ensceneert Menzo stapsgewijs hoe vervorming optreedt, waarbij de performers – Menzo, Omagbitse Omagbemi, Mulunesh en Malick Cissé – de vervorming belichamen. In lijn met wat Akómoláfé oppert, zijn de performers niet het monster noch brengen ze monsterlijkheid in beeld zoals men zou verwachten van een stuk dat verwijst naar Frankenstein, or the Modern Prometheus (Mary Shelley, 1818). De performers zijn gekleed in zwarte regenjassen met capuchons over het hoofd en maken hun missie vanaf het begin duidelijk: “Vanavond krijgen we een blik achter de schermen en zien we stap voor stap hoe angst leidt tot een amalgaam van fantasieën. ‘FRANK bestaat niet’ – het is een fantasie, een verhaal dat niet toevallig op een specifiek moment in de tijd ontstaat.” Als een soort van vertellers nemen de anonieme performers ons mee in de innerlijke werking van horror, die zoals altijd nauw verweven is met verlangen. 

In het verlengde van die connectie tussen horror en verlangen laat Menzo zich voor FRANK inspireren door het werk van een andere invloedrijke auteur, Christina Sharpe[3]. Zij onderzoekt hoe relaties vormkrijgen vanuit monsterlijkheid en spreekt van 'monstrous intimacies'[4] (monsterlijke intimiteiten) – de diepgewortelde relaties die ontstaan uit het raciale en seksuele geweld van de slavernij. Sharpe benadrukt echter dat deze intimiteiten niet alleen in het verleden bestaan, maar zich ook vandaag nog manifesteren – vaak zonder te worden erkend als ‘everyday mundane horrors’ (alledaagse, banale gruwelen)[5] – of onrechtmatig als normaal of zelfs plezierig beschouwd. Net als Sharpe onderzoekt Menzo wat er gebeurt als we ontkennen dat we medeplichtig zijn aan de manier waarop het verleden hedendaagse verhalen en ervaringen blijft vormgeven.

De podiumopstelling van FRANK weerspiegelt de intentie van de choreografe om deze compliciteit in een theatrale context ter discussie te stellen, met name via de 'monsterlijke intimiteit' die ontstaat en voortbestaat door onze blik. Net als in haar twee vorige stukken abstraheert Menzo de context van de voorstelling, noch de performativiteit ervan. Integendeel, het westerse theater is een plek waar de verbeelding, die Menzo nadrukkelijk ensceneert, wordt gereproduceerd en versterkt. In FRANK doorbreekt Menzo de frontale opstelling van JEZEBEL en DARKMATTER, en verschuift ze de focus naar de wisselwerking tussen performers en toeschouwers én naar de dynamiek tussen toeschouwers onderling, die elkaar in deze setting kunnen observeren. Met deze enscenering verwijst de choreografe ook naar het anatomisch theater en stelt ze de vraag: wie observeert hier eigenlijk wie?



[


Door gebruik te maken van een doorzichtig gordijn benadrukt Menzo dat onze blik kunstmatig wordt gemedieerd en laat ze zien dat monsterlijke intimiteiten op een ambivalente manier vormkrijgen. Dit stelt ons in staat de betekenis van ‘FRANK bestaat niet’ laag voor laag te ontrafelen. In de ultieme fabulatie/fabricatie geloven we in de illusie dat transparantie onfeilbaar is en objectiviteit ondoordringbaar. Bovendien bakent het gordijn niet alleen de podiumopstelling met drie zijdes van de voorstelling af, maar vormt het ook een grens tussen de performers die zich zowel binnen als buiten deze ruimte bewegen, tegenover de toeschouwers die schijnbaar onveranderd op hun plaats blijven. Maar, met opnieuw Akómoláfé in gedachten, kunnen we dit decorstuk ook anders interpreteren – “Elke keer dat we een monster ontmoeten, overschrijden we een drempel, ‘betreden’ we een liminale zone”[6]

Menzo's enscenering benadrukt dus hoe monsterlijkheid de blik verstoort en vervormt: waar bevinden we ons als FRANK – zoals de performers vanaf het begin aangeven – zich achter de schermen afspeelt, met het gordijn als voorste decor en een podiumopstelling waarbij de ‘backstage’ haar functie behoudt? Door de driezijdige podiumopstelling – die verwijst naar de medeplichtigheid van onze blik – worden we verder gepositioneerd in elkaar overlappende ruimtes. Volgens Menzo weerspiegelt deze setting de ‘Baka Gorong’, een geheime ontmoetingsplaats in Suriname tussen de plantages en moerassen, waar tot slaaf gemaakte mensen Winti-rituelen uitvoerden – die onder het Nederlandse koloniale bewind als demonisch werden beschouwd – en ze overwogen om te vluchten. Het lied van de Surinaamse zangeres Anne Goedhart, Aisa De Na Baka Gorong / So Wadyo / Pityin Begi Mama, wordt tijdens de voorstelling in een loop afgespeeld. Het verwijst nog eens naar deze tussenruimte van verborgen praktijken en complotten, terwijl het ook de aanwezigheid van Baka Gorong Aisa oproept. Volgens Akómoláfé “verschijnen monsters als drempels vervagen”[7]: in de Baka Gorong vervagen de grenzen tussen plaats en aanwezigheid. Het lied is een voorbode van wat komt. 

De aanvankelijke instructies en individuele bewegingen van de performers, geïnspireerd door het voetenwerk van Winti, veranderen al snel in cirkelvormige patronen. Achter het driezijdige gordijn laat Menzo een stoet tot leven komen. Ze inspireert zich op figuren zoals de 'Jab', afgeleid van 'de duivel' in het Frans Creools, waarmee witte kolonisatoren verwezen naar de tot slaaf gemaakten in Grenada. Tijdens Caraïbische carnavalsfeesten spelen gemaskerde figuren – bedekt met melasse, teer, olie, zwarte verf of houtskool – al spottend ‘de duivel’, om de gruwelen die hun voorouders moesten doorstaan te hekelen. Menzo brengt geen monsters in beeld, in tegenstelling tot wat we verlangen, maar creëert een stoet die de vervorming toont op het moment dat er gedanst wordt op de drempel waar het monsterlijke zich manifesteert. De gebaren van de performers ogen gefragmenteerd, maar zijn toch verbonden: bij elke aanraking wordt iets doorgegeven. Bewegingen worden overgenomen en gesampled, vervormd en verslonden, onvolmaakt en onvolledig gemaakt. De stoet maakt gebruik van het groteske, het dwaze of zelfs het absurde, zonder zich er ooit aan over te geven. Akómoláfé stelt “dat we nooit ongeschonden vrijuit gaan zodra we de drempel overschrijden”[8]. Zodra we de drempel overschrijden, worden we geïnfecteerd en ontstaan nieuwe vormen. 

De stoet vertraagt het ritme van het optreden, terwijl de performers elkaars uniformen uittrekken. Met Joshua Chambers-Letson[9] in gedachten doet dit me denken aan Nina Simone en haar “metafoor van een ‘grote storm’, “die op het eerste gezicht chaotisch lijkt, maar juist de creatieve vermogens van […] vervorming en herordening benadrukt”[10]. De metafoor beschrijft hoe Simone klassieke muziek integreerde en op meesterlijke wijze opnieuw binnen haar repertoire configureerde. Herschikking zorgt voor ineenstorting. 

Uiteindelijk wordt ook die ineenstorting – in eerste instantie via zang – tastbaar in FRANK. Net zoals in DARKMATTER ontleedt Menzo in dit derde deel van de trilogie niet alleen onze verwachtingen en percepties van (het) theater, maar tast ze ook de structuur ervan aan. De slotscènes van FRANK benadrukken het hardnekkige proces van vervorming. Net als een storm laat ook een drempel niets heel. Hoewel alles op scène verscheurd en vervallen is, blijft het podium niet leeg achter, maar draagt het nog altijd de sporen van hoe monsterlijke intimiteiten betekenisvol zijn (worden) en onthult het waarom het belangrijk is om hun ware aard te begrijpen.



                       Madeleine Planeix-Crocker, april 2025







PERFORMANCETEKSTEN


01



Fragment uit: “Alastor, or The Spirit of Solitude’’ a poem by Percy Bysshe Shelley (with a small adaptation). Shared in the introduction of ‘’the Modern Prometheus’’
by Mary Shelley page xxvi.




… ik heb je schaduw
en de duisternis van je tred gezien.
En mijn hart staart in de diepte van je geheimen.
Ik heb mijn bed gemaakt in lijkenhuizen en op doodskisten, waar de Zwarte Dood
de trofeeën bewaart die u ontnomen werden;
in de hoop de kwellende vragen van jou en de jouwen te stillen
door een verloren geest, jouw boodschapper, te dwingen,
tot een toegift over
waaruit we bestaan.













02




LICHAAMLOZE
VERTELLER






Welkom, goeie avond … 
of is het nu dag …?

Het programma van vanavond neemt ons mee achter de schermen om uit eerste hand getuige te zijn van de creatie, van het begin tot het einde, van een brouwsel van de verbeelding, opgebouwd in angstmodus.

FRANK bestaat niet.

Het is verbeelding, een geborduurde fabel, speciaal gemaakt voor een bepaald moment in de tijd.

2700 seconden x 2, of 5400 seconden in de lineaire tijd, om zo precies mogelijk te zijn.

De personages, de mensen, de lichamen, volk, de symbolen zijn fictief, de tekst is hypothetisch en de evenementen een apocriefe constructie, waar jij, ik en de ander samen een authentiek verslag van de interne werking van iets (on)huiselijks zullen presenteren.

Ons verhaal begint, natuurlijk, met het opstellen van een bevel…
Dit wordt onze tool om een soort gedeeld gevoel van realiteit te creëren en te behouden.

Bevel

Je zal geen vertrouwen hebben en ook geen interactie met enige vorm van vertrouwelijkheid.

U zal nooit de waarheid spreken.

De ziel bewoont je niet.

Je zal nooit verspillen. Bijgevolg moet al het weggegooide vlees hergebruikt worden.

Opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw ...

Plezier is de mond, plezier is de mond, plezier is de mond, smaak is de huid, smaak is de huid, onverschilligheid is kracht, onverschilligheid is kracht, onverschilligheid is kracht, logica is sex, logica is sex, logica is sex, rectum is aanraking, rectum is aanraking, rectum is aanraking, oorlog is vrede, oorlog is vrede, oorlog is vrede, visie is fictie, visie is fictie, visie is fictie, vrijheid is slavernij, vrijheid is slavernij, vrijheid is slavernij, context is horen, context is horen, context is horen, en ….. hmmmm

HMMMM eigen, eigen, eigen, eigen, eigen, mijn eigen, zijn eigen, jullie eigen ……………… ons eigen lichaam.

Laat ons de nauwkeurigheid van onze lichamelijke werkelijkheid onderzoeken.

Geen zorgen, de taal zal ons erdoorheen begeleiden…

Jullie mogen nochtans je observaties die voorbij de taal gaan of die aan de taal ontsnappen, niet onderschatten.

Misschien ligt daarin je zelfbeschikking.
Let op voor herhaling.
Let op voor herhaling.

Excuus om niet expliciet ruimte te geven aan consensus ...
Het is eenvoudigweg niet de manier waarop de zaken hier functioneren...

Het bevel is geen vast of onveranderlijk concept. Dus, we kunnen macht, controle en marginalisatie wel of niet verwachten.

Welnu, laten we FRANK betreden ...
03


BAM BAM
Chaka Demus & Pliers / Sister Nancy
/ Toots  & The Maytals






Ik wil dat je weet dat, 
ik de man ben die
vecht voor het goede, 
niet voor het kwade
Allerlei dingen zien
hier en daar naartoe gaan
binnenkort zul je de man 
ontmoeten die ik zou moeten zijn

Deze man valt niemand lastig
maar als je deze man lastigvalt, 
zal het bam-bam opleveren
wat voor bam-bam
wat voor bam-bam, bam-bam
Het zal bam-bam opleveren
bam-bam, wat voor bam-bam

Deze man valt niemand lastig
maar als je deze man lastigvalt, zal het bam-bam opleveren
wat voor bam-bam
wat voor bam-bam, bam-bam
Het zal bam-bam opleveren
bam-bam, wat voor bam-bam
04



DE
ONDERGANG






Om de oorzaken van het leven te onderzoeken, moeten we eerst beroep doen op de dood.

Om de oorzaken van het leven te onderzoeken, moeten we eerst beroep doen op de dood.

We moeten eerst beroep doen 
op de dood
We moeten eerst beroep doen 
op de dood

Ik verdiepte me in de wetenschap van anatomie, maar het bleek onvoldoende; men moet ook natuurlijk verval observeren, en hmm, li-lij-lij-lijk-lijk corruptie van het menselijke lichaam.

Om de oorzaken van leven te onderzoeken, moeten we eerst beroep doen op de dood.

Om de oorzaken van leven te onderzoeken, moeten we eerst beroep doen op de dood.

moeten we eerst beroep doen op de dood.

Om de oorzaken van leven te onderzoeken, moeten we eerst beroep doen op de dood.

Ik verdiepte me in de wetenschap van anatomie, maar het bleek onvoldoende; men moet ook natuurlijk verval observeren, en hmm, li-lij-lij-lijk-lijk corruptie van het menselijke lichaam.

Let op voor herhaling.

Excuus om niet expliciet ruimte te geven aan consensus ...

Om de oorzaken van leven te onderzoeken, moeten we eerst beroep doen op de dood.

Ineenstorting

Tegen welke prijs?

Klop klop

Wie is daar?

Ok, laat me FRANK zijn, tijdens mijn opvoeding, heb ik de grootste voorzorgsmaatregelen genomen zodat mijn geest niet onder de indruk zou moeten zijn van bovennatuurlijke gruwelen. Ik, ik, ik als in ik, het ik, niet jij of de ander, herinner me niet dat ik ooit beefde bij enig bijgeloof of bang was voor de verschijning van een geest. Duisternis had geen effect op mijn verbeelding. Een kerkhof was voor mij slechts een vergaarbak van lichamen, de personages, de mens, de lichamen, de symbolen ontdaan van leven, die eerst schoonheid en kracht garandeerden en nu het voedsel voor de wormen waren geworden.

De personages, de mensen, de lichamen, volk, de symbolen zijn fictief, de tekst is hypothetisch, en de gebeurtenissen een apocriefe constructie, waar jij, ik en de ander samen een authentiek verslag zullen maken van de innerlijke werking van iets onhuiselijks. 
Moeten we dit nog steeds beschouwen als fictie…?

Onverschilligheid is kracht

Bam-bam

Wie is daar?

Hmmm, nu ben ik het, niet jij, maar ik, ik de Andere, met de hoofdletter A, met de kleine letter a, ik neem de Hoofdletter. Ik werd ertoe aangezet de oorzaken en de ontwikkeling van het lichaam-lichaam-lichaam- mijn, zijn, jullie onze eigen corruptie, om mijn dagen en nachten door te brengen in de grafkelders en graven. Op die manier vestigde mijn aandacht zich op het meest onuitstaanbare object voor de fijnbesnaardheid van de menselijke gevoelens. Ik-ik-ik zag de lelijkheid en de aftakeling van de meest pure vormen, ik was getuige van de verwoestende dood die knaagt en het leven vernietigt, ik ontdekte de worm die zich voedt met het oog en de hersenen. Ik-ik-ik bekeek, observeerde en analyseerde nauwgezet de oorzaken en gevolgen, de overgang van leven tot dood en van de dood tot het leven.

De context is het gehoor 
– de context is het gehoor – 
de context is het gehoor

Bam bam

wie is daar?

Ineenstorting

tok tok of bam bam

Onthoud dat ik, ik, ik, ik, ik als in ik die de Ander word, door jouw blik. Ik ben geen beeld van een gek aan het opnemen.

Let op voor herhaling.

De zon schijnt niet zekerder in de hemel dan wat jij nu voor waar aanneemt. Een wonder kan het hebben veroorzaakt, toch zijn de stadia van de ontdekking duidelijk en waarschijnlijk. Na dagen en nachten van ongelofelijke arbeid en vermoeidheid, slaagde ik erin de oorzaak van generatie en leven te ontdekken; nee, nee, nee, nee, nee, meer nog, ik was zelf in staat om levenloze materie met leven te bestuiven. 

Leer van mij, als het niet uit mijn voorschriften is, dan op z’n minst uit mijn voorbeeld, hoe gevaarlijk is de eis van kennis en hoeveel gelukkiger de man, de mens, de persoon die gelooft dat zijn geboortedorp de wereld is dan hij die groter wil worden dan zijn aard het toelaat.

Let op voor herhaling.

Het is gevaarlijk kennis als voorwaarde te zien, en de man, de mens, de persoon die gelooft dat zijn geboortedorp de wereld is, is gelukkiger dan hij die groter wil worden dan zijn aard het toelaat.
Onverschilligheid is kracht.

Hoe zit het met de apocalyps als… toen was er een apocalyps en nu is er een apocalyps.

Wie kan zich de horror van onze geheime arbeid inbeelden wanneer we ronddwalen in de ongewijde duisternis van het graf of het levende dier martelen om het levenloze klei opnieuw tot leven te wekken.
05



DE GETUIGE,
HET MONSTERLIJKE






De ontploffing zal vandaag niet plaatsvinden. Het is te vroeg of te laat.

Mensheid, ik geloof in je...

Maar eerst, zal ik graven in mijn eigen vlees om betekenis te vinden.

Kijk naar mij, open wonde, terwijl ik mijn poreuze zelf onthul. Kijk naar mij, open wonde, terwijl ik mijn poreuze zelf onthul. Kijk naar mij, open wonde, terwijl ik mijn poreuze zelf onthul. Een bebloede poort van de voorouders om de verhalen van de Ander te vertellen.

Wat moeten we doen als het monsterlijke beslist om FRANK te worden?

Geïncarneerd, om eerlijk en direct te zijn?

Spreken is uiteindelijk volledig bestaan door de ander, kleine a, kleine a, kleine a, dus wie is nu de verteller van dit verhaal of van zijn verhaal?

Eerlijk, we betraden FRANK. Wanneer? … Is het je opgevallen?

Zou je zeggen … dat dit vlees, dit vlees, onvermijdelijk vastgebonden is om te zijn, om te worden, te komen, komen, gekomen, ik ben aan het komen, ik ben aan het komen, ik kom klaar! Ahh, zo’n monsterlijke intimiteiten.

Om het lijk te zien, om het lijk te voelen, om het lijk te vrezen, om het lijk te worden, om te spelen, spelen zorgt ervoor dat ik verga, en de ander met de kleine a, a, a, a, a, bevestigt zijn meesterschap als een goocheltruc, een raadseltje.


We plunderen, we plunderen, we plunderen, en nog steeds vragen we ons af ...

Hoe zit het met de apocalyps als… toen was er een apocalyps en nu is er een apocalyps.

Nee, nee, nee, nee, nee, niet meer...

Deze man, vrouw, mens valt niemand lastig, maar als je deze Mens lastigvalt, zal het BAM BAM met zich meebrengen. MAAR TEGEN WELKE PRIJS. De inzet is niet hoog voor ons, maar wel voor de ander.

Moeten we de worm worden die structuren eet, regelrechte corrupties.

Laat ons de achtergrond naar de voorgrond brengen, de buitenkant naar de binnenkant.

Onze creatie is in overeenstemming met de moordmachine.

Onze behoefte aan erkenning is in overeenstemming met de moordmachine.

Ons huis wordt in tact gehouden terwijl we gehoorzamen aan de moordmachine.

We nemen onze toevlucht tot de dood, we nemen onze toevlucht tot de dood, we nemen onze toevlucht tot de dood. 

Welkom, goeieavond…. Of is het dag….?


Het programma van vanavond neemt ons mee achter de schermen om uit eerste hand getuige te zijn van de creatie, van het begin tot het einde, van een brouwsel van de verbeelding, opgebouwd in angstmodus.

Moeten we er nog steeds van uitgaan dat dit fictie is?

FRANK bestaat niet. Of wel?

BOEM BOEM

Wie is daar?

INEENSTORTING


(met referenties naar Black Skin, White Masks van Frantz Fanon & Monstrous Intimacies van Christina Sharpe)
06



FAYA SITON
(een bewerking)






( Sranan Tongo )

Faya siton, no bron mi so no bron mi so.
Faya siton, no bron mi so no bron mi so.

Agen masra Jantje e kiri suma pikin.
Agen masra Jantje e kiri suma pikin.

Faya siton, no bron mi so no bron mi so.
Faya siton, no bron mi so no bron mi so.

Agen masra Jantje e kiri suma pikin.
Agen masra Jantje e kiri suma pikin.

Te na dey fu tide we kiri suma pikin.
Te na dey fu tide we kiri suma pikin.


( Nederlands )

Vuursteen brandt mij niet zo, brandt mij niet zo.

Vuursteen brandt mij niet zo, brandt mij niet zo.


Alweer vermoordt meester Jantje een mensenkind.
Alweer vermoordt meester Jantje een mensenkind.

Tot op de dag van vandaag vermoorden wij mensenkinderen.
Tot op de dag van vandaag vermoorden wij mensenkinderen.